Feiten
De Visser
Zonder Hugo Hovenkamp en zonder Jos Jonker moet hij aan de slag, maar Piet de Visser krijg je daarmee niet klein. Hij is met afstand de meest enthousiaste voetbalman van Nederland. En dat al jarenlang. Waar werkte hij niet...? Sparta, DFC, Telstar, De Graafschap, NEC, RWDM, fc Den Haag, Roda JC, het is een indrukwekkende reeks en bijna altijd op eredivisieniveau. De Visser kan zich bijna niet voorstellen dat er mensen zijn die niet van voetbal houden. Hij trekt er moeiteloos een halfuurtje voor uit om gepassioneerd zo’n mens op andere gedachten te brengen. Práten over voetbal en praten mét voetballers, dán is Piet de Visser op zijn best. Maar het zijn niet de slechtsten die er bij zijn gekomen. David Loggie is de bonkige spits die AZ’67 nodig heeft en de routine van Martin Haar is ook meer dan welkom. En wat te denken van Bert v.d. Poppe en van Ruud Heus? En ook aan een nieuwe lichting is gedacht. Trainer Joop Brand is teruggekeerd in De Hout. Hij gaat samen met (ook) oud-trainer Arie Rentenaar het jeugdplan realiseren. Dat is hard nodig want geld voor nieuwe spelers is er alleen als er jongens worden verkocht. Dat gebeurt niet of hoogstens mondjesmaat. Piet de Visser krijgt de zaak onder stoom. Het wordt een evenwichtige uitslagenreeks; acht overwinningen in de Hout, zeven gelijke spelen maar ook zes uitwedstrijden worden gewonnen. Met fc Utrecht als uitschieter: 1-7 voor AZ’67. Maar er staat ook een ‘zeperd’ tegenover. In de kwartfinales van het toernooi om de KNVB-beker wordt bij Fortuna Sittard met maar liefst 5-0 verloren. De uitschakeling bederft een heleboel. In de competitie eindigt AZ’67 keurig op de vijfde plaats. Centrumspits David Loggie en ‘hatt-Rick’ Talan scoren beiden 22 goals voor AZ’67. Masseur Simon v.d. Stok wordt na tien jaar trouwe dienst uitgezwaaid. Inmiddels is er uit het zakenleven meer en meer belangstelling voor voetbal. Niet zozeer voor het spel zelf maar wel voor de entourage. De voetbaltribune, de skybox, de businessruimten worden ontmoetingsplekken waar zakenlieden kunnen ‘netwerken’. Het voetbal vercommercialiseert steeds meer. Soms is het op de tribune interessanter
aan het worden dan op het veld.