Feiten
Kouwe Kermis...
Eredivisie!... Maar wat kán Alkmaar’54? Wat zal de club ervan kunnen máken? Is het eenvoudig clubje uit De Hout in staat zich op te vijzelen naar het spelpeil in de eredivisie? En heeft het de middelen? Is de huishouding op eredivisieniveau? Hooggespannen verwachtingen en toch ook twijfels wisselen elkaar af. Trainer Veg is weg... Voetbalprofessor Piet de Wolf is hem opgevolgd. In de stad heerst al sinds de massale intocht na de beslissende wedstrijd bij DFC op 23 mei een prettige spanning. De club is bijna elke dag in het nieuws. De transferperiode verloopt bijna schokkend. De populaire Sepp Seemann vertrekt; ook Loek den Edel. Maar het Noordhollandse element in het spelersbestand wordt daarentegen aanzienlijk versterkt. De gebroeders Wim en Jan Visser uit Hoorn komen erbij, Siem Tijm van RKAFC, Arie Koopman uit Egmond, Henk van der Zon uit Beverwijk; dat tikt aardig aan. Maar er gebeurt meer. Er komt een kleine Hongaar in beeld: Tibor Lörincz; in 1956 met het nationale jeugdelftal achtergebleven in Duitsland na het neerslaan van de Hongaarse opstand. Hij is een heerlijke linksbuiten en heeft het in Alkmaar opperbest naar z’n zin. De opwindende transferberichtgeving in de kranten meldt ook het contracteren van Johan Engelsma, John Fernhout, Cees de Boer, Andries van Loggem en Rudi Schmidt. Daar moet professor De Wolf het mee doen. Hij is bij Feyenoord vele jaren assistenttrainer geweest, maar heeft enkele boeken gepubliceerd over trainingen spelsystemen. Piet de Wolf wordt alom beschouwd als de beste theoreticus op voetbalgebied. Het begint goed. De eerste wedstrijd in de eredivisie is tegen DWS/Amsterdam. Er wordt met 2-1 gewonnen door Alkmaar. Als een paar weken later Feyenoord op bezoek komt puilt De Hout uit. Feyenoord stapt nu met een 2-4-uitslag op zak van het veld. Begin november is Alkmaar’54 helemaal ‘Goud van de Hout’. Met 2-0 wordt van Ajax gewonnen. Maar dan zijn de heldendaden wel zo’n beetje op. Het wordt een kouwe kermis in de eredivisie. Er wordt ‘uit’ maar één keer gewonnen: bij... VVV in Venlo. Voor de rest worden er veel gelijke spelen genoteerd... 12 keer en 16 nederlagen. Daar kun je geen potten mee breken, hoewel Alkmaar met Wagemaker en Siem Tijm op het middenveld en met Lörincz en Piet Buis in de voorhoede best leuk voetbal speelt. Het helpt alleen niet... het doelsaldo is overduidelijk: 39 goals vóór en 61 tegen. De ‘Tijmpies’ en Nico Wagemaker spelen zich wel nadrukkelijk landelijk in de kijker. ‘Good-old’ Henk Peggeman speelt de meeste wedstrijden. Er degraderen twee clubs en er helpt geen
lieve moeder aan: Feyenoord wordt kampioen, Ajax tweede. Alkmaar ’54 is nog een maatje te klein. Het is einde eredivisie.