Feiten
Rood-Wit...
Rood en wit... Hij begint met het schilderen van de kleedkamer: muren wit, banken, deuren en kledingrekken rood. De trainerscarrière van Barry Hughes start met een verfkwast. Alles rond de spelers van Alkmaar’54 moet symbool staan voor de trouw aan de club. Dat heeft Barry in Engeland, bij West Bromwich Albion, zo geleerd. Ook de trainingspakken zijn rood en wit en met heel duidelijk Alkmaar erop. Na het schilderen, het trainen. En het studeren! Barry Hughes mag geen hoofdtrainer zijn, want hij heeft de diploma’s niet. Daar gaat bondscoach Georg Kessler over. Die is hoofd van de oefenmeesterscursus van de KNVB. Alkmaar’54 stelt naast Barry een ‘stroman’ aan.En wel Gerrit van Wijhe, die tien jaar geleden een van de eerste trainers van Alkmaar’54 is geweest. Hij moet naast Barry op de spelersbank plaatsnemen. Barry Hughes is –uiteraard- aanhanger van de Engelse stijl. Het spel moet energie uitstralen, de plaggen er uit... Met Piet Beets heeft hij in elk geval een klassieke spits, maar meer nog met Erich Meier, een Duitse Torjäger. Hij speelde 26 wedstrijden voor 1.fc Kaiserslautern maar presteert in Alkmaar matig. Er doen nog wat reputatieverhalen over hem de ronde, maar op het veld valt van die reputatie niet veel te merken. Nee, Hughes heeft meer aan de terugkeer van de gebroeders Tijm en aan de geblokte Chris Lefering. Zeker in de tweede helft van de competitie draait het elftal als een tierelier. Op 11 april ’66 wint Alkmaar’54 van het hoog aangeschreven Xerxes en krijgt de club uitzicht op promotie,
omdat de eredivisie wordt uitgebreid naar 18 ploegen. Om te promoveren moet in de laatste competitiewedstrijd worden
gewonnen van NAC. Het bomvolle stadion zindert van spanning en met bleke koppies staat de ploeg op het veld. Maar het feest gaat toch niet door: NAC wint met 0-3. Sittardia (met Willy Dullens als talentvolle nieuweling), Xerxes en NAC gaan naar de erevisie. Het schilderen heeft niet veel geholpen. De wedstrijd tussen Alkmaar’54 en NAC is tevens de zwanenzang van scheidsrechter Leo Horn. Reeds bij leven is hij een legende door zijn bijzondere interpretatie van spelsituaties en zijn vrijmoedige omgang met de regels. En door het fluiten van de Europa Cup-finale in Amsterdam tussen Benfica en Real Madrid.